Zie ik het allemaal nog wel scherp?
In dit zesde deel uit de serie landschapfotografie gaan we het hebben over scherpte. In eerdere delen las je al over goede voorbereiding, belangrijke hulpmiddelen, de juiste lens kiezen en introduceerden we panoramafotografie. In deze nieuwe blog uit de serie landschapfotografie deel ik vanuit mijn werkwijze hoe ik werk met scherpte.
Een van de kenmerken van een landschapfoto is dat deze vaak van voor tot achteren scherp zijn. Dit noemen we ook wel alles is in focus.
Bewegingsonscherpte vs. een bewogen foto
Een van de allerbelangrijkste tips die ik kan geven is dat je sluitertijd in balans is met je brandpunt en dat dit overeenkomt met tot hoever jij je camera trillingvrij kan vasthouden. Een scherpe foto begint bij het voorkomen van beweging. Dit kun je uiteraard oplossen met een statief. Maar om het iets beter te begrijpen en omdat we soms ook gewoon uit de hand fotograferen begin ik met uit de hand fotograferen mijn uitleg.
Uit de hand
Een onscherpe foto ontstaat bij mij dus nog weleens als ik ‘even’ uit de hand wil fotograferen. En als ik dit doe, dan vergeet ik nog weleens dat de sluitertijd te lang is. Bij menig camera kun je dit zien in je zoeker, maar ik let daar dan gewoon niet goed op! Positief want je ziet iets moois en je bent dus enthousiast om dat vast te leggen. Rustig werken en weten wat je doet is een vereiste in landschapfotografie om die scherpe foto’s te krijgen. Onderstaand voorbeeld spreekt misschien tot de verbeelding.
Bewegingsonscherpte
Voorbeeld 1: Mijn hond fotograferen
ik wil mijn hond fotograferen in een mooie setting in het bos.
Het is donker in het bos waar we zijn en mijn brandpunt is 105 mm. mijn camera staat op statief met camera-instellingen voor een landschapsfoto. Vanwege het matige licht heb ik besloten om vanaf statief te werken. Met mijn ISO op 100 druk ik af. Gevolg een sluitertijd van 0,3 sec. op f/4. Gevolg ondanks dat de camera op statief staat, stil staat, heb een scherpe foto, maar mijn onderwerp, onze hond is onscherp. De hond heeft bewegingsonscherpte want die besluit niet helemaal stil te zitten en zijn hoofd te bewegen. En door de ‘lange sluitertijd van 0,3 seconde heb ik bewegingsonscherpte.
Bewogen foto
Voorbeeld 2: Sfeerbeeld
Met mijn camera in de hand ervaar ik een mooi sfeerbeeld.
Ik heb de camera op ISO200 en f/8 staan bij een brandpunt van 24 mm. Maar mijn sluitertijd is maar 1/10e. Ik druk af en op het oog ziet de foto er scherp uit. Ik kijk de foto toch even na door de foto terug te kijken en zoom in op mijn beeld. Ondanks dat ik beeldstabilisatie in zowel body als lens heb, is de foto niet scherp. Het is maar een klein beetje onscherpte, maar waarschijnlijk sta ik niet goed stil of heeft ook het indrukken van de ontspanknop hier invloed op gehad. Kortom een bewogen foto.
Voorbeeld 3: Zonder statief
Ik ben weer mijn hond aan het fotograferen in het bos. Dit keer heb ik mijn statief thuisgelaten, want wil wat meer actie, snel inspelen op de compositie in het vastleggen.
Maar om de herfstkleuren te benadrukken en de reflectie op de blaadjes te reduceren heb ik wel besloten een polarisatiefilter te gebruiken. (Nb. Een polarisatiefilter neemt iets licht weg, dus verleng je de sluitertijd) Conclusie, ondanks een groot diafragma (f/4), is mijn sluitertijd erg lang. Dus ik gebruik AUTO ISO met als ondergrens 100 en bovengrens 6400. Mijn sluitertijd wordt 1/125e en met een brandpuntafstand van 70 mm. heb ik dus voldoende marge. Conclusie de foto is scherp, maar door de hoge ISO waarde en dus de ruis die ik in mijn beeld zie, oogt het geheel zachter en minder gedetailleerd en dus niet scherp. Conclusie een uitdagende situatie waarbij je soms niet anders kunt dan accepteren dat de perfecte instelling niet realiseerbaar zijn, op het moment dat jij op die plek bent. Maar wel hier een onbewogen redelijk scherpe foto. Zou je nu geen ‘bewegend onderwerp’ in je onderwerp hebben en dus een landschapfoto willen maken dan voel je het al aankomen. Gebruik statief, lage ISO en focus met een middelklein tot klein diafragma, bijv. f/8-f/11. Maar let dan wel op als er wat wind staat, want dan kunnen de bomen, struiken of blaadjes weer bewegingsonscherpte vertonen in je beeld.
Kortom, als je besluit landschapfotografie te bedrijven besef dan dat sluitertijd een onderdeel is om een scherpe foto te realiseren. Enerzijds uit de hand, anderzijds ook met statief. Maar ook al kun je de ISO opschroeven besef dan ook dat een te hoge ISO de scherpte van je foto kan beïnvloeden. Of te wel 2 begrippen om te onthouden, bewegingsonscherpte en een bewogen foto.
Automatisch scherpstellen (AF) of manueel scherpstellen (MF)
We zijn dus bezig met landschapfotografie en het thema scherpte. We fotograferen in het blauwe uurtje en mijn onderwerp is de John Frostbrug in Arnhem. De camera staat op statief en nu kun je een tweetal keuzes maken. Of je houdt Autofocus (AF) aan en hebt een enkel focuspunt. Deze dien je ergens op te richten. Je lens is zoals in deze foto een ultra groothoeklens (10 to 18 mm.).
Dus je weet dat je met deze objectieven al snel alles in focus hebt. Dus je zoekt een punt in je te fotograferen onderwerp uit. Bijvoorbeeld in het midden van de brug en plaatst daar je AF-punt op. Je drukt de ontspanknop in en drukt af. Omdat je een klein diafragma hebt f/8-f/11 is vrijwel alles met een groothoeklens in focus. Ik heb op pinterest een foto know how bord aangemaakt en daar vind je een aantal inspirerende cheat sheets die dit prima uitleggen.
Zoom in op herkenbare tekens of vormen.
Stel scherp op herkenbare tekens
Een andere oplossing waar ik vaak voor kies is om zoals in bovenstaande foto op randen of tekens, cijfers/letters te letten om zo zeker te weten dat mijn scherpte correct is. Ik zoom dan middels liveview in op bijvoorbeeld dat kenmerk zoals onderstaand op de kade. Ik gebruik ik eerst autofocus. Dan zoom ik in middels live view. Vaak draai ik dan dit ‘detail’ weer out of focus om zo heel rustig weer dat detail in focus te draaien.
Daarna is het een kwestie van middels mijn draadontspanner de afdruk te maken. Daarna kun je nog een keer de foto terugkijken en inzoomen om te zien of je beeld scherp is en dus wat je graag wil zien in focus is. Dankzij je statief, draadontspanner, live view en manual focus van je objectief benut je zo alle mogelijkheden om een loupe zuivere en scherpe foto af te leveren. Als extra kun je als je in bezit bent van een systeem camera nog focus peaking benutten.
Focus peaking
De laatste generaties camera’s, daarmee bedoel ik de systeemcamera’s beschikken over focus peaking. Dit activeer ik op mijn camera als ik mijn objectief op ‘manual focus’ zet. In mijn instellingen kan ik de hoeveelheid, nadruk van de focus peaking, instellen alsmede de kleur van de peaks. In feite is het een hulpmiddel waarmee je gekleurde randen over je focuspunten ziet.
Handig, want zo zie je precies waar de focus aanwezig is en dus wat zich in je scherpstelgebied bevindt. Hier zie en lees je er meer over. Maar wees alert, je kunt nog steeds je scherpte niet goed hebben, terwijl je door focus peaking in de veronderstelling kunt zijn wel goed scherp gesteld te hebben. Het helpt je dus eigenlijk bij het bevestigen van of je alles in focus hebt en waar dus de eventuele scherpte aanwezig is.
Hyper focaal scherpstellen of 1/3e-2/3e
Een veel gehoorde fotografie term is hyper focale afstand. Op zich zouden we een compleet artikel eraan kunnen weiden, maar doen we niet. Immers doel is jullie een artikel te presenteren met tips om je foto’s en dit geval landschapsfoto’s naar een hoger en scherper niveau te tillen. Zelf heb ik het altijd een erg lastig onderwerp gevonden en maak meer gebruik van de 1/3e-2/3e regel. Want 1/3e voor het scherpstelpunt begint de scherpte en eindigt 2/3e achter het scherpstelpunt.
Mij legt het geen windeieren, maar is wel een lastige als je bijvoorbeeld alles ook in focus wil hebben bijvoorbeeld als je stenen in de voorgrond hebt zoals ik hier had bij de Hintersee in het prachtige Beieren (Zuid Duitsland). Zelf pas ik hyper focale afstand misschien wel te weinig toe, maar op de website van Bas Meelker vind je een zeer goed leesbaar artikel, met handig kaartjes om de hyper focale afstand in te schatten. Want in feite is de uitleg van die kaartjes dat je leest dat als je op 16 mm. werkt met een diafragma van f/11 je hyper focaal (scherpstelafstand) op 1,1 meter van je lens ligt, dan alles van 0,5 meter tot oneindig scherp zal zijn.
Focus stacking
Bovenstaand las je over hyper focaal afstand. As je dat gebruikt en je alles voor je lens in focus wil hebben is. Maar als je ook alles in de voorgrond scherp wil en daarop je scherpstelafstand instelt, dan bestaat de kans dat je niet tot oneindig alles scherp hebt. Dan is focus stacking een ander ultieme mogelijkheid om te benutten. Deze techniek wordt vooral veel toegepast bij het maken van macrofoto’s, wat logisch is omdat je met zo’n kleine scherptediepte werkt dat je soms je onderwerp amper in focus hebt.
In feite zorg je door het toepassen van focus stacking dat je foto van voor tot achteren scherp is. Qua techniek neem je een aantal foto’s waarbij je op verschillende punten in je compositie scherpstelt, zodat die delen steeds volledig in focus zijn. Deze afzonderlijke foto’s voeg je later samen in een programma als bijvoorbeeld Photoshop en voila.
Tot slot
Scherpstellen is en blijft de grootste uitdaging in landschapfotografie. Als je 1/3e-2/3e onthoudt, gebruik maakt van de belangrijkste hulpmiddelen zoals je statief en een draadontstpanner, dan heb je de belangrijkste voorwaarden voor een scherpe foto al in handen. Tel daarbij je creatieve keuze van sluitertijd op en een lage ISO dan kan het niet misgaan. Soms moet je dan de grenzen moeten opzoeken en dat is nu juist het leuke van landschapfotografie; “weten wat je doet of deed en daarvan weer leren”. Daarna ga je merken dat je er amper meer over nadenkt, tenzij je uit de hand gaat fotograferen.
In de volgende en bijna laatste artikel gaan we het tenslotte nog hebben over compositie, of te wel waarom maak je de foto zoals je de foto maakt. En waarom besluit je de foto zo te maken.
Reacties