Vogels spotten en fotograferen? Bekijk de tips!
Om vogels te kunnen fotograferen hoef je natuurlijk geen ‘echte’ vogelaar te zijn. Maar wat wel meehelpt is een gezonde portie geduld en wat kennis van de natuur en van vogelgedrag. Als het je lukt om een mooie foto van een ooievaarsjong, een vissend ijsvogeltje of een prachtig gekleurd puttertje, dan kun je daar een enorm euforisch gevoel aan overhouden. Dezelfde euforie kun je echter ook al ervaren bij het succesvol vastleggen van een huismus of merel in je eigen tuin.
Het fotograferen van zo’n vogel kan echter nog behoorlijk tegenvallen, zeker als je niet over wat basiskennis van vogels beschikt (naast natuurlijk de benodigde kennis voor het correct bedienen van je camera). In dit artikel een kleine introductie in de vogelwereld en een tiental tips om ze ook fotografisch vast te leggen.
1. Vogelkennis
Mij is vogelkennis door mijn vader met de paplepel ingegoten. Eerst lachte ik hem erom uit, maar nu ben ik zelf besmet met het virus… Hij gaf me diverse vogelgidsen en onlangs kocht ik zelf de ANWB Vogelgids van Europa, die als beste uit de test kwam. Je kunt ook websites als www.welkevogelisdit.nl bekijken om zo stapje voor stapje te leren allerlei vogels te herkennen.
Als je die voorsprong niet hebt, zou ik vooral veel tijd in de natuur doorbrengen. Boswachters en professionele vogelaars hebben vaak leuke excursies die kennis, maar ook een andere manier van kijken opleveren. Denk vooral niet dat het je meteen lukt om met indrukwekkende vogelfoto’s thuis te komen, vogels fotograferen is vooral een kwestie van kijken en de tijd nemen.
In het veld heb je natuurlijk niet veel aan een boek of een website. Het kost je teveel tijd en je bewegingen en luidruchtigheid zorgen al snel voor verstoring op het moment suprême. Als je niet zeker bent van de soort vogel, fotografeer hem dan in ieder geval en zoek later op wat het was.
2. Herkenning
Roofvogels zijn altijd herkenbaar aan de kromme snavel en kromme klauwen. Steenuilen vliegen altijd in golvende vlucht, ijsvogels vliegen altijd vlak over het water of zitten op paaltjes in het water. Als je de foto eenmaal hebt, kun je de vogelsoort altijd later opzoeken. Wat ook erg handig is, is het kunnen herkennen van vogelgeluiden. Het is ideaal als je vogels al hoort voordat je ze ziet.
Er bestaan apps met vogelgeluiden, die wel enige oefening vergen, maar die zeker de moeite lonen. In de natuur kun je dit soort apps eigenlijk niet gebruiken, vanwege het verstorende effect. De Warblr app werkt net als Shazam (de muziekapp) en identificeert vogels aan de hand van hun zang uit een gigantische database.
3. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen…
Het bezoeken van roofvogelshows kan een uitkomst zijn voor beginners. We hebben op woensdag 28 juli van 18:30-21:30 uur (in oktober wordt een volgende serie data gepland) de mogelijkheid om een zogenaamde ‘vogelhut-ervaring’ op te doen bij De Valk roofvogels in Lunteren. Zie voor meer informatie deze webpagina.
De snelheid van de vogels en de zware objectieven zijn in het begin erg lastig. Het is zonde om bij een vluchtige waarneming in de natuur niet goed voorbereid te zijn. Bij deze workshop kom je gegarandeerd terug met mooie en indrukwekkende portret- en vluchtfoto’s van bijzondere uilen en andere (roof)vogelsoorten.
Mocht dit echter niet binnen je mogelijkheden liggen, dan kun je natuurlijk overal vogels fotograferen, zeker in de winter als er ergens voer gestrooid is. Wees ook niet te terughoudend om na een paar keer oefenen de natuur in te gaan. Een beetje onscherpte is in het begin helemaal niet erg. De euforie van het zien en fotograferen van een mooie vogel zorgt voor zoveel genoegdoening dat de onscherpte minder relevant is.
4. Apparatuur en kleding
Als vogels wil fotograferen, zul je het nodige aan uitrusting en kleding mee moeten nemen of aan moeten schaffen. Wat je nodig hebt aan foto- apparatuur is afhankelijk van de eisen die je stelt aan je foto’s. Het nadeel van uilen en veel andere (roof)vogels is dat ze niet poseren en dat (als ze vliegen), ze ook weer snel voorbij zijn. Als je het serieus wil aanpakken, schaf dan een telezoom-objectief aan. Of een objectief met een vast brandpunt, zoals een 300, 400, 500 of 600mm.
Zelf fotografeer ik met een Canon 100-400mm f/2.8 IS USM objectief, zodat ik met mijn Canon EOS 7d Mark II aps-c camera op 640mm uitkom. Ik ben een paar keer met Harry Kiewiet (die zijn eigen ijsvogel-hutten heeft gebouwd van oude kalfssilo’s) meegeweest naar een aantal van zijn zelfgebouwde ijsvogelhutten. Hij fotografeert met een Canon EOS 5d Mark IV met een Canon EF 600mm F4 IS II USM. Zijn foto’s ogen stukken beter dan die van mij. Alle waar naar zijn geld natuurlijk!
Een tijd terug heb ik een Sony α9 Mark 2 getest met een Sony FE 400mm f/2.8 GM OSS objectief met 1.4 teleconverter. Hiermee kun je het objectief met veertig procent verlengen zonder verlies van beeldkwaliteit. De snelheid van de Sony a9 komt vooral bij het fotograferen van steenuiltjes goed van pas. De camera kan dankzij de automatische scherpstelling en de opnamesnelheid van 20 fps zonder black-out prachtige beelden schieten van vliegende steenuilen, ook als er zich tussen mij en de vogel obstakels bevinden.
Met een spiegelreflexcamera moet je een vliegende vogel altijd rond het midden van het frame houden om te zorgen dat de automatische scherpstelling blijft werken. Dankzij de 693 autofocuspunten van de Sony α9, die bijna de hele sensor beslaan, kan ik het scherpstelgebied instellen op ‘Flexibel punt’ met focustracking. Als een uil of andere vogel dan een plotselinge beweging maakt, weet ik zeker dat de autofocus hem blijft volgen.
Hierdoor, en dankzij de mogelijkheid om de focus vast te houden als een vogel kort ergens achter verdwijnt, kon ik onderstaande foto van een steenuil in vlucht maken, wat voorheen eigenlijk onmogelijk was.
Door de grootte van de objectieven en het bijbehorende gewicht is het wel raadzaam om vanaf een stevig driepootstatief te werken met een schommelkop. Deze kop maakt het mogelijk op stabiele wijze een vogel te volgen op zowel de horizontale als verticale as. Wat kleding betreft kun je maar beter niet op pad gaan met een rode jas of in een outfit met sterke contrastkleuren, zoals wit en zwart.
Draag kleding waarvan de kleur opgaat in de natuur en bij voorkeur waterdicht is, zodat het geen probleem is om een tijdje zittend door te brengen.
5. Een verrekijker
Zonder een goede verrekijker is het wel een heel grote uitdaging om vogels in schutkleuren te vinden in de natuur. Ook de wereld van de verrekijkers is er één van specialisten. Prijzen lopen op van 100 euro voor een startmodel tot 2.500 euro voor de allerbeste. Hoe duurder de verrekijker, de te beter de lichttransmissie en het kleurcontrast. Ik heb zelf de Buizerd 10×42 via de Vogelbescherming aangeschaft.
6. Maak jezelf zo onzichtbaar mogelijk
Met een goede verrekijker kun je een behoorlijk goed beeld krijgen van vogels, maar andersom kunnen vogels je met hun eigen ‘gereedschap’ nog veel beter bekijken. Hun belang om goed rond te kijken is immers groter: het is eten of gegeten worden. Als je zo min mogelijk op wil vallen voor vogels, draag dan in ieder geval donkere of zelfs camouflagekleding (of wikkel een camouflagenet om je heen). Omhul als het kan ook je tele-objectief, camera en statief met camouflerende covers.
Toch is dat nog niet voldoende om ‘echt’ onzichtbaar te worden. Van Harry Kiewiet begreep ik dat een ijsvogel zo goed kan zien dat de vogel zelfs in een schuilhut het diafragma van een camera ziet bewegen en een spiegel kan zien klappen. En dat hij je dus ook gewoon ziet zitten als je wat te kleurige kleding aan hebt. Hij raadde dan ook aan om donkere kleding te dragen zodat je ‘wegvalt’ tegen de donkere achtergrond van de hut. Ook voor roofvogels is écht elke beweging zichtbaar.
Houd hier rekening mee en plaats je objectief vooraf al op een statief. Vermijd al te grote bewegingen, neem een gekromde houding aan en blijf op één plek zitten. Maak zo min mogelijk geluid en zet je telefoon op de ‘stille stand.’ Maak niet de beginnersfout iemand hardop te begroeten. Hoe ongezellig ook, een simpele begroeting kan funest zijn en alle vogels in de wijde omtrek alarmeren. Een klein knikje volstaat al… Het kan namelijk uren duren voordat vogels de situatie weer als ‘veilig’ beoordelen en hun routines oppakken.
7. Waarneming.nl
Het nieuws verspreidt zich meestal snel als er ergens een bijzondere vogel wordt waargenomen. En dat is geen toeval, want vogelaars houden elkaar op de hoogte van de locaties waar bijzondere vogels gezien worden via de site waarneming.nl. Als op zoek gaat naar een bepaalde vogel, kun je het beste van tevoren een beetje onderzoek plegen. Vogels fotograferen lukt beter als je hun gedrag begrijpt en herkent; een kwestie van ervaring, veel kijken en wat boerenverstand.
Als je graag uilen op de foto zet, ga dan in de schemering op pad. Ze jagen namelijk meestal ‘s nachts of in de schemering in het open veld, waar het zicht op bijvoorbeeld muizen het beste is.
Roofvogels jagen vaak overdag in het open veld. Ze laten zich daarom vaak alleen aan de randen van een bos zien. Hoe goed gecamoufleerd ook, roofvogels hebben het meteen door als er iemand in de buurt is. Als bijvoorbeeld een roofvogel zich opricht en een minuut of tien alleen maar blijft kijken, dan zit je als fotograaf al te dichtbij. Neem meer afstand en de roofvogel zal dan in beweging komen.
Als een vogel poept, kun je je camera wel inpakken; dat is het teken dat hij gaat opvliegen. Als je een roofvogel met een grote prooi ziet vliegen, dan is de locatie even gokken, maar zet je camera maar vast klaar want de vogel zal niet ver vliegen voor het feestmaal aanvangt. Houd er ook rekening mee dat elke roofvogel zijn eigen manier van jagen + jachtpatroon heeft. Zo is de slechtvalk een snelle jager en vliegt een blauwe kiekendief een stuk trager. Dat vereist dus een andere manier van werken.
8. Respect en ongeschreven regels
Mijn absolute voorkeur ligt bij het fotograferen van uilen, hoe mooi ik anders vogelsoorten (waaronder het prachtig gekleurde ijsvogeltje) ook vind! Sinds ik in het Land van Maas en Waal woon kom ik wat het fotograferen van steenuilen betreft hier helemaal aan mijn trekken.
De meeste uilensoorten rusten overdag en jagen alleen in het donker. Als je dus overdag op zoek gaat naar uilen, kun je dus het beste in de bomen kijken. Uilen hebben zo hun voorkeuren bij het kiezen van bomen. Ransuilen zitten bijvoorbeeld vaak in dennenbomen en verraden hun aanwezigheid door de krijtsporen van poep op de bast van een boom.
Als je een slapende of net wakkere uil voor je lens krijgt kun je makkelijk foto’s maken. Doe dat dan ook snel en laat de uil daarna met rust voordat hij in de stress raakt. Een foto mag nooit ten koste gaan van een vogel. Of het nu een steenuil, meerkoet, mus of merel is, dat is niet relevant.
Als fotograaf moet je respect hebben voor de natuur. Er gelden altijd ongeschreven regels, maar in het broedseizoen zijn er extra beperkingen die vogelaars en fotografen elkaar opleggen ten gunste van de vogels.
Het afspelen van vogelgeluiden vanaf een telefoon is bijvoorbeeld ‘not done’ in de broedtijd. Door het afgespeelde geluid denken vogels dat het sterkste mannetje gearriveerd is, het zanggeluid is namelijk zo luid dat dit wel het sterkste mannetje moet zijn. De mannetjes denken hierdoor dat ze kansloos zijn bij de vrouwtjes en verlaten het broedgebied. Hierdoor verstoor je dus het broedseizoen, wat uit den boze is uiteraard.
9. Geen nestfotografie
Als je de aanvliegroutes van vogels bestudeert kun je er vrij snel achterkomen waar zich een nest bevindt. Dat lijkt heel mooi, maar het is een absolute no-go omdat je het broedsel hierdoor in gevaar brengt. De ouders durven de jongen zo niet meer te voeren of het nest zelfs verlaten! Ooievaars zijn vaak een uitzondering op de regel, ze zijn totaal niet bang en laten zich niet snel verstoren. Bovenstaande ooievaarsfoto’s is gemaakt vanaf een dijk waardoor je op dezelfde hoogte staat als het ooievaarsnest en je bijna in het nest kunt kijken met een redelijk tele- objectief.
Maar over het algemeen is dit dus niet de manier waarop je als vogelfotograaf te werk moet gaan en het wordt dan ook streng afgekeurd. Je kunt natuurlijk altijd een nest over het hoofd zien bij vogels die niet gewend zijn aan mensen. Als er in het broedseizoen een vogel steeds rondom je heen vliegt, dan moet er in de nabije omgeving haast wel een nest zijn. Blijf dan niet nog een uur op dezelfde plek zitten, maar loop verder. Het mag niet zo zijn dat er een nest jongen honger heeft omdat je niet oplet.
Naast alle ongeschreven regels voor vogelfotografen is het natuurlijk ook vanzelfsprekend dat je je houdt aan de regels die gelden in een natuurgebied. Als er gebieden afgesloten zijn door natuurorganisaties is dat met een reden gedaan. Houd je dan ook aan de regels en wijk bijvoorbeeld ook niet van de wandelpaden af.
10. Geluk en spanning
Het fotograferen van vogels is een zeer tijdrovende bezigheid, die ook te maken heeft met een bepaalde mate van geluk. De natuur laat zich moeilijk regisseren. Toch is vogelfotografie pure ontspanning, omdat het heerlijk is om de natuur in te gaan.
Soms is het natuurlijk demotiverend als je uren buiten bent geweest en onverrichterzake weer naar huis moet. Toch blijf ik de natuur ingaan, omdat ik bepaalde vogels wil vastleggen.
Zo maak ik al jaren ‘jacht’ op een groene specht die hier in de buurt regelmatig verblijft. Maar ondanks de vele tips van de eigenaar van het gebied en het feit dat ik hem regelmatig hoor, is het me nog steeds niet gelukt hem te fotograferen. En juist die spanning, eerlijk is eerlijk, geeft extra charme aan het fotograferen van vogels.
(Roof)vogel en uilenfotografie workshops
De komende tijd worden er een aantal (roof)vogel en uilenfotografie-workshops georganiseerd bij De Valk Roofvogels in Lunteren. Een prachtige locatie op de Veluwe, waar je naar hartelust je actie- en portretfotografieskills kunt aanscherpen of zelfs aanleren. De vogels vliegen hier in hun natuurlijke omgeving rond (natuurlijk wel met een valkenier erbij die ze getraind heeft om bepaalde trajecten te vliegen, bijvoorbeeld over het water).
Er is een enorme variatie aan uilen (en ook uilskuikens), arenden en valkensoorten aanwezig, maar ook een leuke collectie (zang)vogels. In het wild bijna niet te fotograferen, maar op deze plek heb je zeker een goede kans!
Kijk voor meer informatie en eventuele inschrijving op: (Roof)vogel- en uilenfotografie-workshop op de Veluwe. De eerste datum staat al gepland op woensdag 28 juli van 18:30-22:00 uur. Bij zonsondergang zijn er prachtige tegenlicht-portretfoto’s te maken! De overige data worden rond de herst in oktober gepland.
Reacties