Motion blur en panning
Motion blur en panning zijn technieken die iets toevoegen aan foto’s. Je zult sowieso enige ervaring moeten hebben met fotografie eer je motion blur en panning goed in de vingers krijgt. Lastig te zeggen welke van de twee het moeilijkst maar ik neig naar Panning. Maar voor ik verder ga wil ik eerst even uitleggen wat motion blur en panning is en belangrijker: Hoe krijg je het voorelkaar?
In de beperking toont zich de meester
Tony Vingerhoets
Motion blur is Engels voor bewegingsonscherpte
De naam zegt het al: Motion blur is Engels voor bewegingsonscherpte. Door een lange sluitertijd te gebruiken ontstaat onscherpte van bewegende onderwerpen in je beeld. Dat kan dus van alles zijn. De mate van onscherpte van het onderwerp hangt helemaal af van de snelheid i.c.m. de gekozen sluitertijd. Daar zijn geen regels voor, dat hangt af van jouw concept. Voor het beste resultaat is het aanbevelenswaardig dat je manueel fotografeert, ofwel in de M-stand.
Panning en Meetrekken
Panning ofwel meetrekken is weer een ander verhaal. Als deze techniek goed wordt toegepast krijg je bijvoorbeeld een scherpe auto in beeld met een vervaagde achtergrond en draaiende wielen wat snelheid en dynamiek suggereert. Pro fotografen gebruiken een zo laag mogelijk sluitersnelheid en volgen met de camera plus lens het bewegend onderwerp zodat je het hiervoor omschreven effect verkrijgt. Je begrijpt dat mooie panners dan ook erg veel oefening vergt!
Zelf gebruik ik graag motion blur in architectuurfoto’s en stedelijk dynamiek. Het voegt vaak wat lichtvoetigheid toe aan foto’s met strakke lijnen en vooral veel dynamiek in urban shots. Daar kun je bijvoorbeeld erg mooi gebruik maken van lichtsporen tijdens schemer of in de avond. Je zult dan proefondervindelijk de juiste sluitertijd moeten vinden want dat hangt vooral af van de gewenste Lengte van de lichtsporen plus de snelheid van het aanwezige verkeer.
Het spreekt voor zich dat dit statieffotografie is in tegenstelling tot panning waarbij je uit de hand fotografeert. Zoals eerder vermeld is het meetrekken of volgen van het onderwerp met de camera erg belangrijk. Want dat moet scherp zijn en de omgeving juist vervaagd. Zelfs de meest geoefende sportfotograaf komt dan niet verder dan een hit rate van 10 tot 15%. Het vraagt wel om een camera met een goede autofocus en tracking plus een hoog FPS (frames per second).
Dat gezegd hebbende: Ik heb in het verleden ook prima panningfoto’s gemaakt met 3 beelden per seconde en een gebrekkig AF. In de beperking toont zich de meester zegt het spreekwoord immers.
Dus heb je niet altijd een dure geavanceerde camera nodig, wel vaardigheden. En dat is uiteraard een kwestie van oefening. Ga er gewoon mee aan de slag en je zult zien dat je na verloop van tijd prima panningfoto’s schiet. En onderwerpen zijn er te over!
Ik hoop dat de bijgaande foto’s je er iets over vertellen en stel gerust vragen. Bij voldoende animo kunnen we ook een workshop organiseren over deze technieken dus laat zeker iets van je horen!
Reacties