12 Tips voor strakke architectuurfoto’s
Gebouwen sfeervol in beeld brengen is een vak apart. Ik vertel je waar je op moet letten, welke technieken werken en hoe je een eigen stijl ontwikkelt.
Ik ben een professioneel fotograaf die de fotografische basisbeginselen heeft geleerd op de Koninklijke Kunstacademie in ’s-Hertogenbosch. In 2005 besloot ik me als fotograaf te vestigen in het Chinese Beijing. Ik had veel gelezen over het Wirtschaftswunder dat zich daar voltrok en die dynamiek wilde ik proeven. Al snel kreeg ik aansluiting bij SOHO China, een van de grootste vastgoedontwikkelaars van China. De mensen van SOHO zochten een westerse fotograaf die hun projecten op een spectaculaire manier kon vastleggen. Zo is mijn hang naar architectuurfotografie ontstaan. Lees mijn 12 tips voor strakke architectuurfoto’s.
In mijn Masterclass Architectuurfotografie begin ik steevast met de definitie van architectuur van Vitruvius Pollio, een Romeinse architect, ingenieur en schrijver. Hij leefde in de eerste eeuw voor Christus en staat bekend om het vroegste werk over architectuur, Architectura Libri Decem.
Hierin stelt hij dat architectuur gestoeld is op drie principes: esthetiek, duurzaamheid en utiliteit, waarbij geen van deze drie mag overheersen. Volgens Vitruvius is architectuur de kunst en wetenschap van het ontwerpen van de bebouwde omgeving zoals gebouwen, woningen, interieurs, land-schappen, woningen en objecten. Dat wil zoveel zeggen dat architectuur een schier oneindig spectrum aan verschijningsvormen kent.
1. Nadenken over het onderwerp
Gebouwen zijn doorgaans onderwerpen met buitengewone afmetingen en vereisen daarom een aangepaste benadering. Je zult ze vrijwel altijd met bestaand licht moeten fotograferen, en zoals we weten is dat grillig en onvoorspelbaar. Daarom moet je licht leren begrijpen en weten wat het doet met een gebouw.
Vervolgens is dat weer gerelateerd aan je concept. Daarom moet je je terdege voorbereiden en goed nadenken hoe je het gaat aanpakken voordat je werkelijk besluit op een locatie te gaan fotograferen.
Wil je een dramatische sfeer met dreigende wolken-partijen, een warme aanlichting tijdens een sunset of een nightshot met opzienbarende verlichting? Waar staat het gebouw? Is het vrijstaand of bevindt het zich in een dichte geürbaniseerde omgeving? En in dat laatste geval: hoe verhouden deze gebou-wen zich tot elkaar?
2. Observatie
Leer te observeren en waar te nemen, ontwikkel een instinct om visuele aspecten in een andere context te zien. Probeer je verwondering over te brengen in beelden en op deze manier een verhaal te vertellen.
Als je deze kunst verstaat, kun je van de meest alle-daagse onderwerpen sprekende foto’s met bezieling maken en dat geldt ook voor architectuurfoto’s. Locatiescouting is hieraan gerelateerd.
Ga pas fotograferen zodra je weet wat de beste spots of invals-hoeken zijn en op welke tijdstip je daar moet staan om de foto’s te maken die je voor ogen hebt.
Ik ben vaak te gretig geweest en dan kwam ik er na een shoot achter dat ik de beste standpunten over het hoofd had gezien, waardoor ik weer terug moest. Nu hoort dat gewoon bij een leerproces, maar mijn advies is om je grondig voor te bereiden zodat je doelgericht te werk gaat.
3. Taylor the light to your subject
Hiervoor heb ik het al aangestipt; je moet licht leren begrijpen. Misschien klinkt het zweverig, maar dat is het beslist niet. Want de atmosfeer in een architectuurfoto wordt volledig bepaald door het soort licht en minder door de compositie.
Onder landschaps-fotografen is het algemeen bekend dat je in de vroege ochtend of bij zonsondergang het mooiste licht hebt.
In architectuurfotografie is het niet zoveel anders, alhoewel het palet daar breder is. Wil je een gebouw zo clean mogelijk fotograferen (voor vastgoedbedrijven bijvoorbeeld), dan kies je voor daglicht.
Voor een dramatische lading is een sunrise of sunset met mooie kleurschakering en dramatische wolken daarentegen hét moment.
In wezen heeft elke weertype of licht z’n charmes en het is aan jou om dat naar je hand te zetten voor een subliem resultaat.
Taylor the light to your subject – een statement dat hout snijdt!
Tony Vingerhoets
4. Zoek een studieobject
De beste manier om al het voorgaande in je vingers te krijgen is een studieobject. Persoonlijk heb ik enige jaren geleden het iconische Antwerpse Havenhuis, ontworpen door Zaha Hadid, tot mijn studieobject verkozen.
In een tijdsbestek van anderhalf jaar en vijfentwintig shootings heb ik het gebouw vanuit achtentwintig verschillende invalshoeken en stand-punten gefotografeerd, telkens bij wisselende licht en weersomstandigheden. Dat heeft me tweehonderd uur gekost, inclusief reistijd, shooting en editing.
Ik zou dus zeggen: zoek een interessant gebouw in jouw omgeving en ga er zo vaak mogelijk fotograferen. Experimenteer er op los met licht en invalshoeken. Je zult verbaasd zijn over de steile leercurve en resultaten!
5. Convergerende verticalen
Convergerende verticalen is een term die het effect beschrijft wanneer de parallelle lijnen in een foto naar elkaar toe lopen. Dit wordt ook perspectivische vertekening genoemd.
Het effect kan in een architectuurfoto best gebruikt worden om een dynamisch effect te bereiken, maar rechte lijnen zijn in architectuur de norm.
Perspectivische vertekening treedt simpelweg op wanneer je de camera moet kantelen, omdat je het gebouw anders niet in één keer kunt framen. Telelenzen hebben er minder last van dan groothoeklenzen, maar die laatste gebruik je wel het meest in architectuurfotografie.
De perspectivische vertekening in een interieur kun je voorkomen door een hoger standpunt te kiezen, bijvoorbeeld door op een trapje te gaan staan. Maar dat werkt niet wanneer je een exterieur moet fotograferen.
Een drone kan ook een oplossing zijn, maar dat is vaak niet toegestaan en het laat geen lange sluitertijden toe.
Er zijn drie methodes om convergerende verticalen ofwel perspectivische vertekening te corrigeren.
- Namelijk een hoger standpunt kiezen (zoals hiervoor omschreven), gebruikmaken van een tilt-shift lens en het softwarematig in de post production aanpassen. Omdat je dan een bestand flink moet uitrekken, verlies je vaak veel van de content en lever je ook aanzienlijk kwaliteit in.
- Om contentverlies te voorkomen moet je het onderwerp zo wijd mogelijk fotograferen, wat niet altijd mogelijk is. In de prille jaren van mijn fotografiecarrière deed ik het ook op die manier, maar toen ik voor SOHO China ging werken werden er hogere eisen gesteld.
- Een tilt-shift lens was de uitkomst. Zo’n objectief biedt ongekende voordelen voor architectuurfotografie, ook wat betreft beeldkwaliteit, maar het nadeel is dat het schreeuwend duur is. Daarom zijn tilt-shifts het vooral weggelegd voor de gefortuneerde amateur of pro’s die er dagelijks mee moeten werken en geen tijd hebben voor arbeidsintensieve correctie achteraf.
6. Stijlen en effecten
Het belangrijkste is dat je een eigen signatuur of kenmerkende stijl ontwikkelt, zodat mensen jouw foto’s direct herkennen. Dat kost tijd, en het zit niet alleen in je stijl van fotograferen, maar vooral ook in de nabewerking of editing. Daar kom ik later in dit artikel uitvoerig op terug.
Om er een aantal te noemen: twilight en night shooting, long exposure en motion blur, urban dynamism en cityscapes, details, close-up en volbeeld, symmetrie en lijnenspel. Inderdaad, architectuurfotografie kent veel verschijnings-vormen.
Om dat meer duidelijk te maken zal ik in deze en de volgende tips dieper ingaan op verschillende stijlen en effecten die je kunt gebruiken om je portfolio te verrijken. Wanneer je een uitgesproken hightech sfeer in je architectuurfoto wilt, is een twilight shoot de beste timing. Zodra de schemer invalt, heb je grosso modo een half uur om dat effect in je foto’s te krijgen.
Onder fotografen staat het daarom bekend als het blauwe halfuurtje. Let dan vooral op een juiste witbalans en stel die bij voorkeur in op 3200 tot 2400 graden Kelvin. Ik vind de twilight sfeer uitstekend werken in com-binatie met strakke moderne architectuur, maar dat is een persoonlijke voorkeur.
“Het plezier dat fotografie je kan geven is werkelijk ongekend.”
Tony Vingerhoets
7. Long exposure en motion blur
Dit effect vind ik voortreffelijk werken om strakke architectuurfoto’s een bepaalde lichtvoetigheid te geven.
Het spreekt voor zich dat je de allermooiste bewegingsonscherpte-effecten (lichtsporen van verkeer) bereikt bij night shooting in een stedelijke omgeving.
Je moet dan proefondervindelijk de juiste sluitertijd zoeken en dat is vooral een kwestie van smaak.
Het kan ook een spelbreker zijn wanneer je fotografeert met meerdere belichtingen om de bestanden later samen te voegen.
8. Urban dynamism en cityscapes
Als je googelt met de zoekterm cityscapes bestaat het overgrote deel uit schemer en nachtfoto’s.
Dit is bepaald geen gemakkelijk onderdeel! Voor de stedelijke dynamiek vind je in de meeste grote steden wel een geschikte locatie, maar voor een geslaagde cityscape wordt het toch wat lastiger.
Dit zijn vooral foto’s gemaakt op unieke locaties en (hogere) invalshoeken, die een indrukwekkend uitzicht geven op een stadsdeel.
Ze zijn uiteraard te vinden, maar dan moet je er nog vrij toegang toe hebben en er kunnen komen.
9. Close-ups en volbeeld
In een gevarieerde architectuurfotoportfolio mogen close-upbeelden zeker niet ontbre-ken. In de meeste gevallen zul je hier minder met een groothoek werken, maar eerder met brandpuntsafstanden tussen de 50 en 135 mm.
Daarmee kun je tot de verbeelding sprekende details, patronen, lijnen, materialen en constructies van een gebouw goed in beeld brengen. Ook hier speelt het licht dan weer een allesbepalende rol voor een juiste aanlichting, om de architectuurfoto tot de verbeelding te laten spreken.
10. Symmetrie en lijnenspel
Symmetrie in de architectuur is al zo oud als Methusalem. Kijk maar eens aandachtig naar hoeveel symmetrie er in historische gebouwen zoals kathedralen voorkomt. Het vraagt vooral om een geoefend oog om symmetrie of een lijnenspel in gebouwen op een speelse manier te fotograferen, maar je behaalt er vaak ook verbluffende resultaten mee.
Een lijnenspel kan zowel in een close-upfoto als in een groothoekshot volledig tot z’n recht komen. Ook hier is het weer de kunst van het observeren!
11. Multi exposure
Wanneer je een voorkeur hebt voor architectuurfotografie in de nacht, dan is multi exposure shooting aan te bevelen. De reden is dat je met een enkele foto niet het volledige spectrum aan donkere en heldere partijen in beeld kunt vastleggen.
In bepaalde gevallen kun je een onderbelicht shot maken (-2 tot -3 stops), en daarvan in de nabewerking de donkere partijen ophalen.
Het nadeel hiervan is een toename van ruis, vooral in de donkere partijen. en veiligere werkwijze is dus een belichtingstrapje te maken: een reeks met één neutraal belichte foto, één beeld met een onderbelichting van -1 stop en één met een overbelichting van + 1 stop.
Bij een zeer extreem dynamisch bereik in een scène zou je zelfs nog meer belichtingen kunnen maken. Dat moet je zelf proefondervindelijk vaststellen. Het kan handmatig, maar ik adviseer de camera op bracketing in te stellen. Dat werkt sneller en je hoeft tussendoor de camera niet aan te raken, zodat je bewegingsonscherpte voorkomt.
12. Nabewerking
Zoals ik eerder aangaf is de nabewerking ofwel editing de finishing touch van je architectuurfoto. Hoever je daarin wilt gaan, is een persoonlijke keuze maar het is dé manier om je foto’s een bepaalde signatuur of herkenbare stijl te geven. Alles begint uiteraard met correct belichte, scherpe foto’s met een sterke compositie, maar de finale veredeling in de nabewerking kan het verschil maken.
Zelf werk ik ruim een decennium met Adobe Bridge en Photoshop plus NIK en Topaz plugins Dat geeft me een complete toolset om met de RAW-files te doen wat ik wil. Ik besteed relatief veel tijd aan de editing, omdat ik het leuk vind en bovendien erg nauwkeurig ben. Mijn foto’s hebben tekening in alle donkere en heldere tonen, een optimale scherpte en detailweergave en zijn ruisvrij.
Ik herhaal, het is een persoonlijk keus tot hoever je wilt gaan in de nabewerking. Een tip die ik je wil geven is: doe de nabewerking van je RAW’s in de grootste kleurruimte (gamut) ProPhoto RGB. Sla ze in afzonderlijk mappen op als TIFF en sRGB HR JPEG en LR JPEG, want dat is de beste kleurruimte voor gebruik op internet (mail, website, social media enzovoorts).
Nog een bruikbare tip: stel Photoshop zo in dat het elke vijf minuten automatisch een back-up maakt van je bewerkingshistorie. Zo verlies je bij een eventuele crash weinig of niets van je gedane werk. Bij een reboot verschijnt dan vanzelf een herstelde versie waarmee je verder kunt. Inderdaad, dat voorkomt weer de nodige hoofdpijn!
Tot slot
Dit is misschien wel de belangrijkste tip: heb geduld! Want alles is een kwestie van ontwikkeling en dat kost tijd. Omdat het mijn professie is, kan ik er alle tijd aan besteden. Maar bij een hobby ligt dat wellicht anders. Geen man overboord, ook zo kun je tot grote hoogte komen, maar doorloop rustig eerst elke stap van het ontwikkelingsproces.
Laat je door niets en niemand van de wijs brengen en blijf persistent dat jij op een dag foto’s maakt waarvan je nu misschien alleen nog maar kunt dromen. Als ik nu naar mijn werk kijk van een decennium terug vraag ik me af hoe ik heb kunnen maken maar dat duidt dus wel op ontwikkeling! Dat is niets om je voor te schamen, doe ik ook niet.
Last but not least, het plezier dat fotografie je kan geven is werkelijk ongekend. Het is een creatieproces, dus je legt er iets van jezelf in en dat is mooi – besef dat wel!
Dit artikel is ook verschenen in Shoot magazine.
Website Tony Vingerhoets www.tonyvingerhoets.com
Reacties