De 4 elementen van fotografie

Toen ik begon met fotograferen was ik alleen maar bezig met de technische aspecten van fotografie. Een scherpe foto maken was alles waar ik mee bezig was. Welke sluitertijd moest ik gebruiken om vogels in de vlucht vast te leggen? Welke iso-waarde zou de ruis nog enigszins acceptabel houden? Welk diafragma geeft me een mooie blurry achtergrond maar toch een scherp onderwerp? Wat zijn de beste instellingen voor autofocus in mijn specifieke situatie? Dit soort clichévragen nam me volledig in beslag.

Ik wist toen nog niet dat de kunst van het fotograferen veel meer inhoudt dan alleen maar scherpe onderwerpen met blurry achtergronden. Niet dat scherpte nou totaal onbelangrijk is, want niemand kijkt natuurlijk naar een onscherpe wazige foto. Maar goede fotografie gaat veel verder dan alleen scherpte. In dit artikel zal ik de vier elementen benoemen die een goede foto onderscheiden van een kiekje.

Warm omgevingslicht in de vroege ochtend en laat in de avond brengt de beste textuur en het beste contrast in een foto naar voren

1. Licht en schaduw

Licht is natuurlijk het belangrijkste element in elke foto, omdat het bij fotografie zelf gaat om het opnemen van licht. Als beginner vroeg ik me vaak af waarom mijn scherpe foto toch niet zo oogstrelend bleek als ik had verwacht. Pas later realiseerde ik me dat zelfs de scherpste foto toch maar een middelmaatje werd, als hij bij slecht licht werd genomen. Het menselijk oog registreert alleen de frequenties van het licht dat rondom wordt gereflecteerd, ongeacht het onderwerp dat je probeert vast te leggen.

Op deze foto’s op steeds dezelfde locatie zie je wat voor totaal andere sfeer je krijgt als het licht verandert

Onderstaande foto is in de maand september omstreeks 9 uur ‘s ochtends gefotografeerd. Als ik hetzelfde beeld bij fel licht had gefotografeerd (midden op de dag of tijdens de zomermaanden), zou de foto niet dezelfde visuele impact hebben gehad.

De kwaliteit van het licht dat door het onderwerp wordt weerkaatst, is bijna net zo belangrijk als het onderwerp zelf. Details van texturen en contrast zijn recht evenredig met de kwaliteit van het licht dat een onderwerp verlicht. Voor elk onderwerp onder de zon zou elk uur een andere foto opleveren.

Dit is één van de redenen waarom sommige fotografen in staat zijn om toch een verbluffende originele foto te maken op een cliché-plek die al te vaak gefotografeerd is. Zacht licht accentueert de hooglichten en schaduwen en draagt zo bij aan de algehele sfeer van de foto.

Deze foto is rond 9 uur ‘s morgens op de Plaza de España in Sevilla gemaakt. Midden op de dag is het licht er zeer fel en zijn er keiharde schaduwen

Schaduwen

Als licht een beeld maakt, versterken schaduwen het. Schaduwen duwen de hooglichten naar voren en brengen uiteindelijk diepte in een foto. Op de foto hieronder zijn het de donkere wolken en reflecties die diepte geven. In de nabewerking zorg je er ook altijd voor dat je de levels aanpast, dus dat je foto een absoluut witpunt en een zwartpunt krijgt. In feite rek je hiermee je histogram wat op.

Meestal worden schaduwen verward met onderbelichting. Een foto met veel schaduwen hoeft niet per se een saaie foto te zijn. Bij correct gebruik dragen schaduwen bij aan het gevoel van een foto, op voorwaarde dat de hooglichten erin zitten en op de goede plek (een beetje ‘clipping’ mag best). Sommigen maken vaak de fout om te proberen details uit bijna elke pixel te halen.

De contrasten in deze foto zijn enorm en de schaduwpartijen hebben totaal geen doortekening. Maar is dat erg?

Het algehele contrast van een afbeelding breng je alleen in gevaar als je probeert de schaduwen helderder te maken. De balans tussen hooglichten en schaduwen is nu juist precies wat een beeld tot leven brengt en het maakt niet uit dat schaduwen soms ‘dichtlopen’.

Ook hier zijn de contrasten enorm en verdwijnen er details in dichtgelopen schaduwen en overbelichte hooglichten. De balans hiertussen zorgt echter toch voor een levendige foto!

Tegenlicht-opnames

De bron van verlichting (de zon) bevindt zich vaak achter je als je fotografeert. Betekent dit dat fotograferen tegen de zon in altijd slechte beelden oplevert? Het antwoord is ‘nee’. Afbeeldingen met tegenlicht zorgen wel voor een andere sfeer. Soms worden foto’s met tegenlicht zelfs levendiger dan die met de zon achter je.

Foto’s die tegen de zon in zijn gemaakt, brengen mogelijk niet het soort contrast naar voren dat je wellicht graag in je foto’s wilt zien. Ze brengen echter wel rustgevende warme tinten naar voren in het totaalbeeld. Toch moet je voorzichtig zijn bij het omgaan met onderwerpen met tegenlicht, aangezien ze lastiger te fotograferen zijn.

Scènes met tegenlicht werpen eerder hard licht dan direct weerkaatst licht terug. Als gevolg hiervan wordt het venster voor het maken van foto’s met tegenlicht kleiner (minder tolerant). Fotograferen tegen het licht in plaatst je inherent tussen extreme hooglichten en schaduwen. Je moet zorgen dat je hooglichten niet compleet worden weggeblazen. In de meeste gevallen is het dan het beste om de lichtbron zelf in je kader te vermijden, tenzij dit opzettelijk gewenst is.

Bij deze tegenlicht-opname zijn alleen nog silhouetten te zien in de totaal dichtgelopen schaduwpartijen. Wat dus geen probleem is, het versterkt juist de sfeer. Het zou pas misgaan als je het detail weer terughaalt in de donkere partijen.

De ganzen in deze tegenlicht-opname worden toch nog belicht en er komt detail tevoorschijn, doordat de witte sneeuw het licht reflecteert

Bij tegenlicht-opnames werkt het goed als het onderwerp doorzichtig is, dit brengt de kleur weer helemaal terug

Bij tegenlicht-opnames verdwijnen de kleuren wat, maar komt er een dromerige sfeer voor in de plaats

Soms krijg je verbazingwekkend licht op het minst verwachte uur van de dag. Onderstaande afbeelding is bijvoorbeeld om ongeveer 12.00 uur gemaakt. Normaal gesproken zou je je camera halverwege de dag niet eens tevoorschijn halen, omdat je weet dat het middaglicht harde highlights en schaduwen geeft. Als je echter wilt dat blauwe tinten je frame domineren, is de middag vrijwel de beste tijd.

Zonlicht moet in de vroege uren van de dag aanzienlijk grotere afstanden door de atmosfeer van de aarde afleggen. De grotere afstand verstrooit de meeste blauwe frequenties, waardoor de warmere tonen overblijven.

Desalniettemin is goed licht tijdens de middag ongebruikelijk. Onderstaande afbeelding vanaf een flinke hoogte naar beneden gemaakt. Licht wordt meestal zachter en verstoken van hittevlak wanneer de hoogte toeneemt. Licht is meestal ook het hardst rond de evenaar en wordt geleidelijk zachter naarmate je de polen nadert.

Als je vanaf een hoog standpunt fotografeert en je zorgt ervoor dat de lichtbron (in dit geval de zon), je camera en je onderwerp een stompe hoek vormen als je ze met elkaar verbindt, dan verkrijg je hierdoor vloeiende hooglichten en schaduwen, wat heel mooi is. Eigenlijk gaat het pas mis en krijg je harde ongewenste hooglichten en schaduwen, als die hoek ongeveer 90 graden is.

Ook midden op de dag kun je foto’s maken zonder hard licht, als je vanaf hoogte in een stompe hoek naar beneden fotografeert

2. Kleur en kleurtinten

Sommigen beschouwen alle monochrome afbeeldingen als zwart-wit. Alle zwart-witfoto’s zijn monochroom, maar niet alle monochrome foto’s zijn zwart-witafbeeldingen. Bekijk de onderstaande afbeelding. In tegenstelling tot de bovenstaande, geeft deze geen definitief kleurcontrast weer, maar bestaat hij uit verschillende tinten blauw, waardoor het een monochroom beeld is.

Kleur is een andere overheersende entiteit die de sfeer van een foto bepaalt. Warme kleuren zoals rood, oranje en geel kunnen een vrolijke emotie teweegbrengen, terwijl blauwe tinten een koud of somber gevoel teweegbrengen. In de meeste gevallen zijn kleuren behoorlijk bepalend voor je foto.

Net als bij helderheid, brengen kleuren ook contrast in een afbeelding. Zoals je misschien weet, is het meeste licht dat je in de digitale vorm ziet, ingesteld in RGB (rood, groen en blauw). Hun tegenhangers zijn respectievelijk CMY (cyaan, magenta en geel).

De foto is, ondanks dat hij niet volledig zwart-wit is, een monochroom beeld dat voornamelijk bestaat uit tinten blauw

Laten we eens een ander scenario nemen. De aalscholver is een nogal saai gekleurde (of eigenlijk gewoon zwarte) vogel, behalve het gele gezicht en de groene ogen. Het is de blauwe achtergrond waardoor het onderwerp opvalt. Kleurcontrast of het ontbreken daarvan kan op bijna eindeloze manieren worden gebruikt om een specifiek gevoel aan een foto te geven.

De blauwe achtergrond zorgt ervoor dat het gele gezicht en groene oog binnen het zwart opvalt (geel en blauw zijn compositaire kleuren, liggen tegenover elkaar in de kleurencirkel)

Zoals te zien is in onderstaande foto, voelt hetzelfde onderwerp met bijna dezelfde bokeh en compositie totaal anders aan als alleen de achtergrondkleur wordt veranderd. Het enige grote verschil tussen de twee foto’s is dat de bij de foto aan de rechterkant de complementaire kleur blauw deel uitmaakt van de achtergrond, terwijl de foto aan de linkerkant een achtergrond heeft met vergelijkbare tonen als die van het onderwerp.

De foto rechts ‘knalt’ dus meer terwijl de foto links wat rustiger (in dit geval ‘saaier’) oogt. Omdat de ransuil in de rechterfoto net door de zon belicht wordt, komen er natuurlijk ook veel meer kleuren tevoorschijn die in de linkerfoto verborgen bleven. 

Hetzelfde onderwerp, met alleen verschil in de kleuren van de achtergronden

3. Compositie en richting

Vanuit een breder perspectief komt vrijwel alles op een foto neer op compositie. Het gebruik van licht en kleur gebruik je in je voordeel voornamelijk door middel van compositie. Er zijn een aantal richtlijnen voor het bepalen van een goede compositie, zoals de regel van derden, spiralen, leidende lijnen, et cetera.

De regel van derden gebruiken veel fotografen bijna blindelings, omdat deze inmiddels volledig is ingebed in de modernste live camerabeelden. Toch is het niet voldoende om alle richtlijnen en technieken alleen maar te kennen. Het is altijd belangrijk om tijdens het maken van een foto de juiste regel in de juiste context te kiezen en toe te passen.

De lantaarns leiden je oog naar het Veerhuis, de regel van derden is hier niet toegepast

Als je kijkt naar de foto hierboven kun je zien dat contrast en diepte is wat ik op deze foto wilde overbrengen. De lantaarns leiden je oog naar het Veerhuis. Als ik had geprobeerd deze foto aan de regel van derden te laten passen, zou ik het veerhuis naar één van de zijkanten hebben geduwd. Het zou het evenwichtsgevoel op de foto en de leidende lijnen naar het veerhuis negatief hebben beïnvloed.

Het begrijpen van de scène is belangrijker dan proberen deze in een van de regels te passen. Als je eenmaal duidelijk bent met wat je wil overbrengen, zal het selecteren van een regel die het beste bij je past niet veel gedoe zijn. Maar zonder een duidelijk idee van wat je wil uitbeelden, zullen richtlijnen zoals de regel van derden je niet helpen zoals je wellicht denkt dat ze dat zouden doen.

4. Onderwerp en negatieve ruimte

Fotografie gaat over het vinden van het mooiste rechthoekige gebied in eindeloze chaos. Wat wel en niet in het kader moet worden opgenomen, maakt of breekt een foto. Laten we de twee onderstaande afbeeldingen vergelijken. De eerste is een rij schapen die naar de ruïne van een kasteel lijkt te leiden.

De laatste is een enorme ruimte voor de melkweg waarvan de ruïne maar een klein en onbeduidend onderdeel lijkt uit te maken. De eerste heeft alles te maken met leidende lijnen naar een belangrijk onderdeel, terwijl bij de laatste dat niet is. Het zou kunnen vallen in individuele perspectieven waarop een beter is, maar het komt erop neer dat ze twee verschillende weergaven hebben om over te brengen.

Dunstanburgh Castle bij daglicht. De schapen leiden je oog naar het bovenste deel van het frame

In de eerste afbeelding wordt het oog van de kijker eerst naar het bovenste midden getrokken, dat vervolgens naar buiten wordt geleid. Aan de andere kant, in de tweede afbeelding hieronder, beweegt het oog naar beneden in het frame eronder. Zo leidt een compositie de kijker door het frame.

Het basisidee hier is om de aandacht van de kijker zoveel mogelijk in het kader te houden. Als fotograaf kun je ervoor kiezen om de aandacht van de kijker rond het frame te leiden of het vast te lijmen op één of enkele aandachtspunten in het frame.

Dunstanburgh Castle bij nacht met het centrum van de Melkweg erboven. Je oog wordt nu naar het kasteel in het onderste deel van het frame getrokken

Richtlijnen zoals de regel van derden spelen een belangrijke rol bij het trekken van de aandacht van de kijker. Maar dergelijke richtlijnen kunnen nooit blindelings voor alle composities worden gebruikt als een waterdichte benadering. Onscherpe pixels rond de kruising van derden kunnen er gemakkelijk voor zorgen dat een kijker zijn interesse verliest. Het kan efficiënt worden overstemd als er iets in het beeld overheersend is.

De meesten van ons (waaronder ikzelf) zijn erg gefocust op beeldvullende afbeeldingen, vooral bij natuurfotografie. In feite is het bereik de belangrijkste reden waarom de meeste natuurfotografen zelfs aan objectieven van 500+ mm denken.

Veel fotografen hebben de neiging om zoveel mogelijk gegevens van hun onderwerp vast te leggen en dat is logisch. Gedetailleerde texturen zullen de aandacht van iedereen zeker trekken. Maar hoe lang de aandacht van een kijker in de afbeelding blijft, hangt uiteindelijk toch meer af van het vertelvermogen van je foto.


De linker afbeelding hierboven van een olifant in het wild is een strakkere uitsnede dan die van de afbeelding rechts ervan. De linker afbeelding spreekt eenvoudig van een olifant die zand over zich heen gooit, terwijl de rechter een meer gedetailleerd verhaal weergeeft van in wat voor prachtige omgeving zo’n wilde olifant leeft.

Met moderne spiegelreflex- en spiegelloze camera’s met meer dan 50 megapixel aan gegevens is het mogelijk om details te extraheren als nooit tevoren. Hoewel een scherp beeld met heel veel details de aandacht van de kijker kan trekken, is het toch het vertelvermogen van het beeld dat ervoor zorgt dat de aandacht van de kijker in het beeld blijft hangen.

In de meeste gevallen is de negatieve ruimte bijna net zo belangrijk als het onderwerp zelf. Het geeft de uitgestrektheid van de scène weer. Een foto van alleen het onderwerp in het frame met onvoldoende negatieve ruimte wordt vaak saai voor een kijker. Het is bijvoorbeeld een algemene praktijk om meer negatieve ruimte toe te voegen in de gezichtslijn van het onderwerp.

Er is een algemeen idee dat negatieve ruimte alleen prominent wordt in portret- en natuurfotografie. In werkelijkheid is de prominentie van negatieve ruimte niet beperkt tot natuur en portretten. Hieronder nog een voorbeeld van twee verschillende uitsneden van dezelfde afbeelding.



Conclusie

In dit artikel heb ik de basiselementen van de artistieke aspecten van fotografie benoemd die ik als beginner zou willen weten. Een technisch verantwoorde foto wordt misschien geen geweldige foto als er artistieke elementen ontbreken.

De bedoeling van dit artikel is om een inleiding te geven tot de basisprincipes van de vier elementen van fotografie: licht, kleur, compositie en onderwerp. Als ik iets gemist heb, dan laat het weten in de comments!

Andere blogs

Reacties

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *