Druppelfotografie en Splashfotografie, hoe doe je dat?
Druppelfotografie en splashfotografie
Je kunt van druppels en vallende voorwerpen in vloeistoffen schitterende foto’s maken. En als je de techniek van het scherpstellen en de belichting beheerst, kun je eindeloos variëren en je fantasie de vrije loop laten.
Druppelfotografie en splashfotografie is vooral leuk om te doen op regenachtige of koude winterdagen, als het weer het niet toelaat om buiten te fotograferen. Je fotografeert gewoon lekker thuis in je huiskamer of keuken (bij een druppelende kraan) of in je/een studio. Maar bij mooi kan je het ook prima in de tuin doen.
In dit artikel een aantal mogelijkheden hiervoor. Met druppels kun je de prachtige vormen maken. Ik heb gewerkt met kleurstoffen en daarnaast heb ik een ‘druppelmachine’ gemaakt van een plastic flesje waar ik met een naald een gaatje in heb geprikt.
Splash
Splash is het fotograferen van voorwerpen terwijl ze in water of in een andere vloeistof vallen.
Het fotograferen daarvan is geen dure aangelegenheid. Je kunt je fantasie erin kwijt; je kunt bijvoorbeeld ook voorwerpen in koffie of een gekleurd drankje laten vallen in plaats van in water. Misschien is de mooiste vorm wel die van de terugverende vloeistof na de inslag. Door bij elkaar passende kleuren in de voor- en achtergrond te kiezen ontstaat een mooi, zacht beeld.
Druppels
Druppelfotografie is het gemakkelijkst en het hoeft helemaal geen dure aangelegenheid te zijn.
Het belangrijkste is dat je iets hebt dat in een constant ritme de druppels laat vallen (hoe constanter, hoe eenvoudiger). Een kraan is een voor de hand liggende druppelautomaat.
Een alternatief is een plastic zakje of flesje gevuld met water. Hang dat op, prik in de onderkant met een speld een heel klein gaatje en klaar is je druppelautomaat. Een pipetje waarbij je zelf telkens drukt om er een druppel uit te persen werkt natuurlijk ook. Maar dat is onhandig, omdat je maar één hand vrij hebt (je hebt dus een assistent nodig) en het constante ritme ontbreekt.
In het begin heb je nog veel missers. Maar met een goed, constant ritme en enige oefening worden het moment van afdrukken en je timing steeds beter.
Attributen
Verder heb je nog iets nodig waar de druppel in of op valt. Hiervoor zijn in elk huishouden wel voorwerpen te vinden. Gebruik hiervoor je fantasie.
Een grote, platte ovenschaal, een klein, diep borrelglaasje, een glazen vaas, veel voorwerpen voldoen perfect aan het doel. Voor de achtergrond kun je eveneens verschillende dingen bedenken. Een egaal gekleurd vlak van een vel papier kan mooi zijn, maar ook een achtergrond met een patroontje is leuk. Niets is te gek.
Vloeibare kleurstof is een extra element dat je bij het druppelen kunt inzetten. Je kunt deze zowel gebruiken in de vallende druppel als in de bak (of het glaasje) waarin de druppel valt. Het beste werkt een kleurstof voor voedingsmiddelen. Inkt kan ook, maar geeft wel een risico op vlekken. Opgedroogde inkt is veel lastiger te verwijderen dan kleurstoffen voor levensmiddelen.
Verlichting
Zowel bij druppels als splashfotografie heb je te maken met een bewegend onderwerp. Het ene beweegt weliswaar sneller dan het andere, maar in beide gevallen heb je een korte sluitertijd nodig om de beweging te bevriezen.
Om met zo’n korte sluitertijd te kunnen werken, heb je heel veel licht nodig. Daarom wordt ook vaak met een flitser gewerkt om beweging te bevriezen. Ideaal is een reportageflitser, los van de camera. Dat kan met een kabel of met een draadloze trigger.
Het grote voordeel van zo’n reportageflitser is dat niet de camera, maar de ultrakorte flits die beweging bevriest. Op die manier ben je niet meer zo afhankelijk van de sluitertijd van de camera.
De truc bij een reportageflitser is om de flitskracht handmatig zo laag mogelijk in te stellen. Bij een lagere flitskracht is de flitsduur korter en heb je minder kans op bewegingsonscherpte.
Werken met een studioflitser kan ook. Die heeft niet het voordeel van die heel korte flitsduur, maar geeft wel een grote hoeveelheid licht af. Optie drie om de sluitertijd zo kort mogelijk te houden, is een zeer sterke lamp, zoals een bouwlamp.
Bij het fotograferen van doorzichtige onderwerpen als druppels kun je de lichtbron het beste achter het onderwerp plaatsen. Met de lichtbron aan dezelfde kant als de camera gaat het licht door de druppel heen, waardoor je nauwelijks effect hebt. Het mooiste resultaat krijg je als je de achtergrond uitlicht in plaats van de druppel te verlichten.
Als je de verlichting niet nauwkeurig kunt sturen, omdat een lamp het licht breed verspreidt bijvoorbeeld, kun je de achtergrond afschermen van het licht met een stuk zwart karton. Kijk hierbij wel uit voor brandbare materialen, dat die niet te dicht bij de hete lamp komen.
Instellingen
Je hebt dus een korte sluitertijd nodig vanwege de bewegende onderwerpen. Als je met een losse reportageflitser of een studioflitser werkt, kan de sluitertijd niet korter zijn dan de zogeheten synchronisatietijd van de camera. Deze is meestal 1/125 of 1/200 seconde. Bij lampen heb je deze beperking niet. Hierbij is de kortste sluitertijd afhankelijk van de hoeveelheid licht. Bij meer licht kan de sluitertijd natuurlijk korter zijn.
Druppels fotografeer je meestal van dichtbij. Daardoor heb je een kleine scherptediepte. Je wilt het gedeelte dat scherp wordt weergegeven natuurlijk zo groot mogelijk maken. Dat betekent een klein diafragma (een groot f-getal). Als startpunt kun je een diafragma van f/11 nemen. Het dichtgeknepen diafragma is, bovenop de korte sluitertijd extra reden om te zorgen voor veel licht.
Maak veel foto’s
Normaal gesproken probeer je zo zorgvuldig mogelijk te fotograferen en alles onder controle te krijgen voordat je afdrukt. Bij het fotograferen van rook of water is dat een stuk lastiger. Dus schrik er niet voor terug om grote hoeveelheden foto’s te maken.
De perfecte timing is vaak ook een kwestie van geluk. Dus fotografeer veel en selecteer later. Bestudeer, van foto’s die technisch niet in orde zijn (bijvoorbeeld teveel beweging) de exif-informatie. Daarvan leer je weer voor de volgende keer.
Hoe kan je scherpstellen?
Het scherpstellen op het onderwerp is hierbij een behoorlijke uitdaging. Met een paar eenvoudige trucs krijg je het echter snel onder de knie. Als druppels constant vallen, zullen ze telkens op dezelfde plek terecht komen. Als je een voorwerp op de plek houdt waar de druppel valt (bijvoorbeeld de punt van een potlood), dan kun je op dat punt van tevoren scherpstellen, in plaats van op de vallende druppel. Schakel vervolgens de autofocus AF uit en zet hem tijdelijk op MF en je hebt altijd een scherpe opname van dezelfde afstand.
Gebruik een statief
Omdat je meestal vooraf scherpstelt en zonder autofocus werkt, is een statief eigenlijk noodzakelijk. Zo bereik je bij elke opname een zelfde beelduitsnede en scherpte. In plaats van door de zoeker van de camera te kijken, kun je je nu concentreren op de timing. Als je naast een statief ook een afstandsbediening gebruikt, heb je meer bewegingsruimte. Dat kan handig zijn om bijvoorbeeld een pipet te bedienen.
“De perfecte timing is vaak ook een kwestie van geluk”
Michelle Peeters
Fotobewerking en Compositie
Bij het fotograferen van druppels kom je al gauw op een centrale compositie uit. Toch zijn er een paar manieren om af te wijken. Denk aan een extreem laag standpunt, of juist een hoge. Of varieer met wat je in beeld neemt: alleen de druppel, een deel ervan of ook een deel van de bron van de druppel.
Aan druppelfoto’s hoef je niet veel te bewerken. Het is meestal een kwestie van een andere uitsnede kiezen, iets verscherpen en misschien wat rondvliegende spetters wegclonen.
Foto’s van druppels kun je vaak een eigen draai geven door te werken met mooie kleuren. Je kunt dit in de nabewerking, maar ook direct bij de opname al doen.
Kleuren toevoegen tijdens de opname is natuurlijk veel leuker om te doen en je kunt meteen het effect zien. Kleuren kun je toevoegen door bijvoorbeeld met gekleurde achtergronden te werken. Of je kunt een kleurfilter voor je verlichting zetten (dat gaat prima met een reportageflitser). Er zijn speciale gels verkrijgbaar om het flitslicht een kleurtje te geven.
Bij het fotograferen van druppels kun je een kleurstof aan het water of aan de druppels toevoegen. Of gebruik eens een andere (dikkere) vloeistof zoals melk of yoghurt.
Laat jouw druppelfoto zien bij de reacties. Vragen en tips ook welkom.
Heb je zelf nog tips of geslaagde foto’s die je wilt laten zien, laat het vooral weten in de reacties! Je kan jouw foto hieronder toevoegen aan je reactie. Deze optie is alleen mogelijk als je ingelogd bent. Ben je nog geen lid? dan kan je hier gratis registreren.
Hallo,
Waar moet je op scherp stellen want ik krijg mijn druppels niet scherp. hoeveel focuspunteen worden er gebruikt? waarschijnlijk 1 denk ik? graag reactie. Groetjes Arieta Vink